Altijd als ik over besparen praat, komt het woord budgetteren wel een keer langs. Met een budget (of een bedrag per week of hoe je het ook wil noemen) is het veel makkelijker om uit te komen met je geld per slot van rekening. Maar… wat nou als je daar acuut van in de stress schiet…
Dat kan ik me namelijk best voorstellen. Bijvoorbeeld als je gewoon helemaal niet van cijfertjes houdt (ok, dat vind ik dan weer lastiger voor te stellen “cijfer-nerd-alert” hier, maar dat terzijde). Maar bijvoorbeeld ook omdat je wel weet dat je teveel uit geeft, maar dat liever niet wil weten.
Of, en dat is misschien nog wel het meest voorkomend… Omdat je gewoon eigenlijk helemaal niet weet hoe dat nou eigenlijk moet, zo’n budget maken. Vooral ook omdat het klinkt alsof het heel beperkend werkt. Alsof je ineens niets meer mag.
Daarom dacht ik, ik maak eens een blog over hoe je op een eenvoudige manier een budget samenstelt. Waar je al direct voordeel van hebt.
Pak pen en papier, dan gaan we aan de slag!
Eh, pen en papier? Dat kan toch nog makkelijker, met een app of zo, denk je nu misschien. Nee, helaas. Als je het echt wil leren, dan is een ouderwetse bloknoot met een fijne pen verreweg de makkelijkste en snelste manier om het onder de knie (en je geld onder controle) te krijgen. Echt! Als het op papier eenmaal lukt, dan kun je daarna ook gelijk een stuk makkelijker met die apps overweg.
Stap 1: Bepaal hoeveel geld er binnen komt. En: wanneer het binnen komt.
De eerste stap is direct de leukste. Vaak zijn de inkomsten namelijk hoger dan mensen verwachten, is mijn ervaring.
Als je per maand uitbetaald krijgt, is dit relatief makkelijk. Dan noteer je gewoon je salaris.
Als je per week uitbetaald krijgt, dan neem je al je weekbedragen mee. Dan is het nog belangrijker dat je de datum er goed bij zet.
Krijg je onregelmatig uitbetaald?
Schrijf dan je laagste maandbedrag op. Dat is dus het bedrag dat je zeker weten verdient deze maand. Als je bijvoorbeeld de ene maand € 1200 verdient en de andere maand € 3000 (ik noem maar wat), dan ga je uit van het bedrag van €1200.
Overige inkomsten tellen ook mee
Ook toeslagen, belastingteruggave en bijvoorbeeld kinderbijslag (als je kinderen hebt) schrijf je op.
Valt het toch tegen?
Ga dan op zoek naar manieren om extra inkomen binnen te halen. Misschien zijn de tips in mijn blog over extra geld verdienen wel wat voor jou.Of haal tips uit boeken over extra geld verdienen.
Stap 2: maak een globaal maandbudget
Onder je totale inkomen schrijf je je uitgaven op volgorde van waarin ze betaald moeten worden. Als je dat per week doet, heb je meteen een goed overzicht.
Week 1
Bijvoorbeeld op de 1e van de maand gaat vaak de hypotheek eraf. Die zet je dus bovenaan. Bij ons gaat ook zwemles die dag eraf, net als de BSO. Check je bankrekening en kijk welke kosten nog meer in die week vallen.
Daaronder zet je de variabele lasten die je die week ook verwacht. Boodschappen bijvoorbeeld. Bij deze lasten zet je nog geen bedragen. Dat komt zo, bij stap 5.
En neem ook wat vaste reserveringscategorieën op. Cadeautjes vallen daaronder. En benzine. Van die kosten waarvan je wel weet dat je ze ergens in de maand gaat krijgen, maar niet precies wanneer en hoeveel het gaat zijn. Hier zet je ook nog geen bedragen bij, ook dat komt zo.
Je eerste week begint altijd op de 1e van de maand trouwens. Dat is het makkelijkst.
Week 2 en 3
In week 2 en 3 schrijf je ook de verwachte uitgaven op. In ons geval zijn dat eigenlijk alleen maar variabele lasten. De grote bulk van afschrijvingen gaat er namelijk pas weer in week 4 af, rond de standaard salarisdatum.
Boodschappen en bijvoorbeeld benzine schrijf je dus ook op, ook als je niet elke week tankt. Dat maakt het zo gemakkelijker. Ook nu zet je er nog geen bedragen achter.
Week 4
Ik zei het al, in deze week hebben we ineens weer een heleboel extra uitgaven. Bijvoorbeeld de ziektekostenverzekering, gas en licht en de kabel/internet-rekening wordt allemaal afgeschreven. Op zich ook niet erg, omdat bij ons dan het salaris ook binnen komt. Maar als jij onregelmatig uitbetaald krijgt, of per week, dan is dit wel een lastige week soms. Tenzij… je daar in week 1, 2 en 3 al rekening mee hebt gehouden.
Spaargeld gaat er bij ons ook in deze week af, direct nadat het salaris binnen is. Waarom? Dat lees je in mijn blog over Sparen.
Dit neem je ook mee in je lijstje (als een “vaste” last).
Week 5
De laatste week van de maand is altijd een halve week. Meestal worden er dan geen grote dingen meer afgeschreven. Boodschappen en andere variabele posten soms wel. Schrijf die dus in ieder geval op.
Stap 3 Bekijk hoeveel je nodig hebt voor variabele lasten
Nu je een globaal overzicht hebt van wat er wanneer aan vaste lasten wordt afgeschreven, kun je de variabele kosten gaan invullen.
Kijk eens terug op je bankrekening hoeveel je de laatste maanden hebt uitgegeven aan benzine, aan boodschappen, aan cadeaus (voor zover je dat terug kunt vinden), en aan alle andere variabele lasten. Kleding, en uitstapjes en zo horen hier ook bij.
Stap 4: Bepaal een maandbudget voor je variabele lasten
Nu je ongeveer weet hoeveel je overal aan uit hebt gegeven, bepaal je hoeveel je er de komende maand aan uit wil geven.
Maak die budgetten een beetje uitdagend, maar ook weer niet te spannend. Als je normaal gesproken bijvoorbeeld € 50 aan benzine uitgeeft, zet het dan op € 45. Het heeft geen zin om er € 20 van te maken, want dat lukt dan toch niet.
Voor boodschappen geldt hetzelfde. Ook daarvoor stel je een budget op, dat een beetje uitdagend is. Door een weekmenu op te stellen kun je vaak wel extra besparen hierop. Je zou dus kunnen proberen om 10-20% minder te nemen. Meer over het weekmenu lees je hier.En een handig overzicht voor je weekmenu (inclusief boodschappenlijst) vind je hier.
Let goed op: de ene maand telt 5 zaterdagen en de andere maar 4. Als jij elke week op een vaste dag boodschappen doet, dan moet je ook in de maand met 5 zaterdagen (of welke dag jouw vaste “grote-boodschappen-dag” ook is) gewoon boodschappen kunnen doen. Zorg dus dat je genoeg beschikbaar hebt om altijd 5 keer boodschappen te kunnen doen.
Maar wat nou als ik dat niet heb?
Dan geef je teveel geld uit. Zo simpel is het. Maak een lijstje, volg mijn tips om te besparen op je boodschappen en ga ervoor!
Stap 5: Bepaal een weekbudget voor je variabele lasten
Deel nu de bedragen van je maandbudgetten door 5. Het eindresultaat schrijf je op bij de juiste posten bij alle weken.
Stel dat je uit hebt gerekend dat je – ik noem maar wat - € 500 aan boodschappen wil uitgeven. Dan deel je dat door 5 en ontdek je (hoe toevallig!) dat je per week € 100 te besteden hebt.
Ga nu terug naar je lijstje en vul de bedragen van de variabele lasten in.
En week 5 dan?
Week 5, ik zei het al, is een halve week. Wat je daar in vult, hangt een beetje af van op welke dagen deze valt. Als het op je vaste boodschappendag is, dan vul je € 100 in. Als die er niet in valt, dan vul je €0 in. Je hebt er bij de berekening al rekening mee gehouden, dus dat moet allebei kunnen. De ene maand heb je geluk, de andere pech. Zo werkt het.
Stap 6: spaar voor variabele uitgaven
Variabele uitgaven die elke maand komen, die heb je net ingevuld. Maar wat doe je nu met de kapper, of je kleding en schoenen? (Ik ga er even vanuit dat je dat niet elke maand koopt. Anders neem je het mee in je maandbudget zoals hierboven beschreven).
En met andere onverwachte uitgaven, zoals dierenartskosten (als je huisdieren hebt). Of met verwachten onregelmatige uitgaven, zoals verjaardagen en Sinterklaas? Of wat dacht je van vakantie?
Daar kun je het beste maandelijks wat geld voor opzij zetten. Noem het een vaste last en spaar er maandelijks een realistisch bedrag voor. Wat realistisch is, dat scheelt van persoon tot persoon. Als je geen idee hebt, begin dan eens met € 100 (als je dat hebt). Dit geld mag je alleen gebruiken voor die categorieën die je net bedacht hebt.
Meer lezen over sparen voor variabele uitgaven? Lees mijn blog over sparen, afschrijven en voorzien.
Stap 7: bekijk wat je over houdt en bepaal doelen
Nu je alle kosten en budgetten op hebt gesteld, kun je kijken of je nog wat over houdt. Dat word je vaste maandelijkse spaarbedrag. Handig voor later. Of misschien wel iets dichterbij, voor als de wasmachine het begeeft. Of misschien wel voor je vakantie.
Schrijf in ieder geval op waar je voor spaart. Dan houd je namelijk veel meer over. Hoe? Dat lees je hier.
Wat nou als ik niets overhoud?
Dan ga je nog een keer terug naar je budget en probeer je alles nog iets uitdagender te maken. Haal nog een paar procent af van je boodschappenbudget. En kijk waar je nog meer op kunt besparen. Misschien kan je kledingbudget iets naar beneden? Of kun je vaker de fiets pakken? Of verlaag je energierekening met deze tips.
Ook zou je kunnen kijken of je je vaste lasten naar beneden kunt brengen. Lees hier hoe je dat kunt doen.
En je kunt kijken of je nog wat extra geld kunt verdienen, bijvoorbeeld door op te ruimen en het een en ander te verkopen.
In het boek Vrolijk besparen kun je ook allerhande bespaartips vinden. Misschien leuk om eens te lezen? Of het boek Consuminderen met kinderen. Ook erg handig als je een gezin hebt.
Tot slot zou je mee kunnen doen met mijn gratis no-nonsense-spend-challenge, om een maand lang zo min mogelijk geld uit te geven aan impulsuitgaven.
Stap 8: houd bij wat je uitgeeft en update je budget wekelijks
Houd bij wat je daadwerkelijk uitgeeft. Daar kun je dit kasboekje voor gebruiken.
Kijk wekelijks hoe het met je budget gaat. Ben je erover heen gegaan? Dan haal je geld uit een andere categorie. Of dan heb je de week erna minder te besteden. Zorg dat je nooit over je maandbudget gaat in ieder geval!
Extra hulp nodig? Lees dan eens mijn hele serie over Budgetteren kun je leren. Of meld je aan voor mijn programma Je financiën onder controle. Dan krijg je allerhande extra tips en tools om een budget te maken waar je je echt aan kunt houden. En hulp om al je uitgaven naar beneden te krijgen.
En daarna?
Als je je budget een tijdje op papier hebt bijgehouden, en er echt gevoel bij begint te krijgen, heb je vast ook al flink wat geld over gehouden.
Dan kun je rustig overstappen naar een app of een excel-bestand om je budget te monitoren. In mijn eerdere blogs over budgetteren lees je wat ik daarvoor gebruik.
Wij schrijven overigens nog regelmatig ons boodschappenbudget op de kalender, zodat het altijd inzichtelijk is. Zelfs als je al lange tijd budgetteert, blijft het fijn om in beeld te hebben hoeveel je nog kunt besteden.
Maak jij een budget? Waarom wel? Of juist niet?